De nieuwe referentiewaarde is een concept dat wordt bepaald door de Algemene Directie van het Kadaster als resultaat van de analyse van de prijzen van alle onroerendgoedverkopen die worden gedaan voor een notaris, op basis van de kadastrale kenmerken van elk onroerend goed.

Het is een waarde ingevoerd door de Wet 11/2021 van 9 juli betreffende preventiemaatregelen tegen belastingfraude tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/1164. Deze wet, die al in werking is getreden, heeft geen terugwerkende kracht en heeft geen invloed op verrichtingen die vóór 2022 zijn uitgevoerd.

Bovendien moeten we het van de kadastrale waarde onderscheiden dat, hoewel het verwante waarden zijn, verschillende concepten zijn. 

De kadastrale waarde is de taxatie van een specifiek onroerend goed op basis van de toepassing van de criteria die zijn opgenomen in het waarderapport van de gemeente. Het houdt rekening met zaken als de locatie van het onroerend goed, de bouwkosten, marktwaarden van het land. 

Wat is de referentiewaarde en welke wijzigingen houdt deze in bij een verkoop van onroerend goed? 

Vanaf 1 januari 2022 wordt de nieuwe kadastrale referentiewaarde de belastbare basis in de erf- en schenkingsbelasting en de belasting op eigendomsoverdrachten en gedocumenteerde rechtshandelingen (ITP), tenzij de aangegeven prijs of tegenwaarde hoger is. De referentiewaarde zal dus dienen als de minimale heffingsgrondslag voor deze belastingen, in tegenstelling tot de kadastrale waarde die dient als heffingsgrondslag voor de onroerendezaakbelasting. 

De referentiewaarde vormt de fiscale boekwaarde van onroerend goed. Hiermee bedoelen we dat deze waarde de basis zal zijn waarover de eigenaar van een onroerend goed belasting zal moeten betalen. Volgens de wet mag het, zoals we al zeiden, de marktwaarde niet overschrijden, maar als deze hoger is dan de referentiewaarde, wordt het als de belastinggrondslag genomen, aangezien de hoogste waarde altijd zal worden genomen.

Tot nu toe werden belastingen verrekend op basis van de marktwaarde van het onroerend goed. Om deze reden zou de Belastingdienst de operatie kunnen controleren en haar kunnen dwingen meer te betalen als zou blijken dat het onroerend goed onder de marktwaarde was verkocht, maar dit leverde niettemin veel onnodige rechtszaken op. 

 Vanaf dit jaar komt daar verandering in, aangezien er een referentiewaarde wordt vastgesteld die bepaalt wat er moet worden belast. Deze waarde is gecreëerd door het kadaster en het zal rekening houden met de verkoopakten die het voorgaande jaar in elk gebied zijn gemaakt om deze te bepalen. Met ingang van 1 januari 2022 is deze waarde begonnen te worden toegepast, wat alleen van invloed kan zijn op de Vermogensbelasting met betrekking tot onroerend goed dat per voornoemde datum is verworven.

Wilt u gebruik maken van onze diensten, ga dan naar onze notaris in Barcelona.